Skip to main content

Burn-out, langdurige stress, altijd aan staan en alles moeten. Het lijken bij uitstek problemen van onze tijd. Maar is dat wel zo? In deze blog vertel ik (Christaan Vinkers, psychiater en hoogleraar stress en veerkracht) over de zin, de onzin en de misvattingen rondom burn-out en stress.

Stress is niet de boeman
We zien stress vooral als iets negatiefs, want we hebben het er eigenlijk alleen maar over als we er last van hebben. Stress is altijd de boeman. Maar eigenlijk is het juist een hele natuurlijke reactie van je lichaam. Iedereen maakt wel een keer iets moeilijks mee, we komen allemaal wel eens in een onverwachte situatie terecht. Daarmee wil ik niet zeggen dat stress goed is, maar wel het onvermijdelijk is. En daar moeten we mee dealen.

Te veel stress is natuurlijk niet goed, maar te weinig ook niet. Als psychiater zie je soms patiënten die de hele dag op de bank liggen, maar die hebben echt geen gelukkiger leven dan mensen met een hele drukke baan en veel verantwoordelijkheden. Je moet stress niet uit de weg willen gaan, want dat kan ook eigenlijk helemaal niet. Het gaat juist om een gezonde balans zien te vinden.

Uniek orkest
Maar die balans is wel voor iedereen anders, want stress is immers ook heel persoonlijk. De een raakt door andere dingen gestrest dan de ander. Dat komt door je genen, hoe je brein werkt en hoe je als persoon in elkaar zit. En als je naast een drukke baan ook nog een relatiebreuk of financiële problemen hebt, dan telt dat natuurlijk mee. Iedereen beschikt daarnaast ook over een uniek orkest van instrumenten in het lichaam om met stress om te kunnen gaan. Van stresssystemen zoals adrenaline en cortisol, tot hersennetwerken die snel op dreiging reageren en zelfs ons immuunsysteem wordt op de langere termijn beïnvloed. Dat heb je gewoon in je zitten: een cadeautje van moeder natuur, die ervoor zorgt dat we adequaat reageren op stress en er dan vervolgens weer van herstellen.

Mensen zijn van nature veerkrachtig en weerbaar, maar wanneer ons stressorkest niet meer goed samen speelt en uit balans is, komt de mentale gezondheid in het gedrang. Dat zie je bijvoorbeeld bij jeugdtrauma’s, maar ook bij langdurige stress op het werk. Ons lichaam en ons brein reageren niet goed meer op onverwachte situaties en herstellen ook minder goed van een stressreactie. Dat kan leiden tot uitval, gezondheidsproblemen zoals hart- en vaatziekten, maar ook depressie of angststoornissen.

 

Het is het tijd voor een andere, transdiagnostische kijk op stress.

 

Burn-out
Ieder mens heeft een kantelpunt wanneer stress te veel wordt. En als dat punt bereikt is, noemen we het vaak een burn-out. Als je de media mag geloven, hebben we te maken met een epidemie, want alleen al in Nederland zouden er al meer dan 2 miljoen mensen/medewerkers last hebben van burn-out klachten. Maar de wetenschappelijke basis voor het fenomeen burn-out staat nog wel ter discussie. In grote lijnen lijken we allemaal precies te weten wat het is, maar hoe dieper je er op in gaat, hoe onbegrijpelijker het wordt.

Ik wil hier trouwens niet het lijden van mensen mee bagatelliseren. De mensen die hier thuis mee zitten, hebben echt een enorme rotperiode van soms meer dan een jaar. Dus het is goed dat vitaliteit en mentale gezondheid hoog op de agenda staat. Maar deze mensen zijn in mijn optiek absoluut niet gebaat bij de wildgroei aan definities, zelfverklaarde experts en behandelingen. Iedereen heeft er een mening over en iedereen vertelt in alle stelligheid hoe de vork precies in de steel zit, online, in boeken en op tv. Mensen krijgen de meest uiteenlopende adviezen, van midweken op een boerderij tot maandenlange opnames ‘waar je krijgt wat je nodig hebt’.

Diagnose
Het probleem van een burn-out begint al bij de diagnose. Die is er namelijk niet. Het staat niet in het handboek voor psychiatrie, de DSM-5. Er is geen overeenstemming. De bedrijfsarts, de verzekeringsarts, de huisarts, de praktijkondersteuner, de innovatiemanager, de arbeidsorganisatiepsycholoog en de stress-coach, iedereen heeft zijn eigen opvatting. En als niemand het betrouwbaar kan vaststellen, dan kun je er nooit achter komen hoeveel mensen in Nederland een burn-out hebben, en welke behandelingen helpen.

Een depressie kunnen we betrouwbaar vaststellen met gestructureerde klinische interviews. Voor burn-out bestaan die niet. Er zijn vragenlijsten met soms maar vijf vragen over algemene stressklachten en helemaal geen goede indicator zijn. Stress snijdt namelijk dwars door álle diagnoses in de geneeskunde heen en het is een onzinnige gedachte dat stressklachten alleen een burn-out kunnen voorspellen. Stress speelt namelijk ook een rol bij depressies, hart- en vaatziekten en neurologische aandoeningen zoals MS en Parkinson.

Wat is het dan wel?
Dat we het niet kunnen diagnosticeren, neemt uiteraard niet weg dat er veel mensen last van hebben. Maar waar hebben ze dan precies last van? Ook dat weten we niet zo goed. Maar we zien erg veel overlap met depressie en angststoornis. In een onderzoek vulden dertig mensen met een depressie en dertig mensen met een burn-out allemaal twee vragenlijsten in, voor depressie en voor burn-out. Je kon ze op geen enkele manier van elkaar onderscheiden.

Omdat er niet veel wetenschappelijk onderzoek is gedaan, is burn-out een soort potpourri van angst, depressie en een aanpassingsstoornis. Het is trouwens wel opvallend dat hoogopgeleiden veel vaker de diagnose burn-out krijgen, en laagopgeleiden de diagnose depressie.

Wat is er nodig?
Ten eerste moeten we investeren in meer onderzoek. We moeten een duidelijke, klinische diagnose kunnen stellen en wetenschappelijk bewezen interventies ontwikkelen. Zodra we wetenschappelijk kunnen onderbouwen wat het is en hoe het werkt, kunnen we toewerken naar behandelingen zoals bijvoorbeeld VRelax. Wetenschappelijke validatie is daarbij ontzettend belangrijk en zou een hygiënefactor moeten zijn voor elke interventie.

Daarnaast is het tijd voor een andere, transdiagnostische kijk op stress. Bij elke psychiatrische aandoening speelt stress een rol en staat het vaak herstel in de weg. Stress is per definitie biologisch én psychisch, maar ook de omgeving speelt mee. Om er iets aan te doen, kan je kijken naar de omgeving: de mensen om je heen, de werkgever, de overheid. Of naar de psychologie: hoe ga je om met moeilijkheden? En biologisch leren we veel van het stresshormoon cortisol en de andere onderdelen van het stressorkest in ons lichaam. Zo kunnen we ons richten op de stress op de weg vóór dat kantelpunt en zo uitval en ziekte voorkomen.

Christaan Vinkers

Close Menu